Hoe haak je een eenvoudige cardigan?
Het haken van een eenvoudige cardigan kan een leuk project zijn. Maar hoe begin je hieraan?
Eigenlijk heel eenvoudig door het volgen van een stappenplan. De stappen van het stappenplan zijn eigenlijk voor ieder project hetzelfde, de stappen verschillen inhoudelijk naar gelang wat je maakt en met welke techniek je een kledingstuk haakt.
Hier vind je een stappenplan voor het haken van een eenvoudig e cardig an . Houd er rekening mee dat de exacte instructies kunnen variëren, afhankelijk van je eigen voorkeuren en de steken die je wilt gebruiken.
Het stappenplan hieronder gaat uit van recht model gehaakt met basissteken.
STAP 1: Benodigdheden:
Voor je start met haken, kies je garen uit in de juiste hoeveelheid en in de gewenste kleur.
Daarna selecteer je de juiste maat haaknaald voor het garen dat je gekozen hebt. Voorzie ook een stopnaald en een schaar voor het wegwerken van de draadjes.
Gebruik een meetlint voor het meten van je lichaamsmaten, noteer deze maten om later op terug te vallen.
STAP 2: Bepaal de maat:
-
Meet je borstomtrek, je taille, je heupomtrek.
-
Meet de breedte van schouder tot schouder.
-
Meet de omtrek van je bovenarm.
-
Meet je armlengte (tot aan je pols)
-
Meet je binnenarmlengte (van je oksel tot aan je pols)
-
Meet de lengte van je romp van aan je schoudernaad tot aan je taille.
STAP 3: De keuze van het garen
Wil je een zomerse cardigan ? Kies dan voor garens met katoen, linnen, bamboe of zijde. Wil je een winters cardigan kies dan voor een cardigan met wol, merino , mohair of alpaca. Hou je niet van natuurlijke materialen? Kies dan een garen met acryl of een recycled garen. Meestal zijn garens die samengesteld zijn uit een mengvorm (Bijvoorbeeld wol met acryl of katoen met acryl) erg geschikt om kleding mee te haken.
STAP 4: De keuze van de haaknaald
Op de garenwikkel staat aangegeven voor welke haaknaald het garen geschikt is. Toch zit er hier een kleine maar aan verbonden: haak je strak dan kan je maar beter een grotere maat haaknaald gebruiken, haak je los kan je een kleinere maat haaknaald gebruiken. Door het proeflapje te haken, kom je er meestal achter welke maat van haaknaald het meest geschikt is.
STAP 5: Haak een proeflapje
Het haken van een proeflapje is geen tijdverspilling. Door het haken van een proeflapje controleer je de stekenverhouding. Op de garenwikkel staat meestal een indicatie voor een proeflapje.
Haak je lapje volgens deze indicatie. Bijvoorbeeld: 10 cm x 10 cm = 19 steken x 17 rijen
Gebruik een basissteek als een stokje of halfstokje .
Valt het lapje groter uit, gebruik een kleinere haaknaald. Valt het lapje kleiner uit gebruik een grotere haaknaald.
STAP 6: Het rugpand
Haak een ketting van lossen die gelijk is aan de gewenste breedte van het rugpand. Haak vervolgens rijen met steken (bijvoorbeeld halve stokjes) tot de gewenste lengte van het achterpand.
De breedte van je rugpand is gelijk aan de helft van je taille-omtrek. Bijvoorbeeld: taille-omtrek = 98 cm. De breedte van het rugpand = 49 cm
Belangrijk: Noteer het stekenaantal van de lossenketting. Noteer het aantal rijen dat je haakt tot het rugpand de gewenste lengte heeft.
STAP7: Haak de voorpanden
Haak twee delen voor het voorpand. Elk deel moet ongeveer de helft van de breedte van het achterpand hebben. De lengte van de voorpanden is gelijk aan de lengte van het rugpand.
Gebruik je notities om het juiste stekenaantal op te zetten en het goede aantal rijen te haken.
STAP 8: Sluit de schouder – en zijnaden
Leg de voorpanden met de goede zijden op de goede zijde van het rugpand. Sluit eerst de schoudernaden door met vasten de helft van het stekenaantal van voorpanden vast te haken aan het rugpand. Haak telkens van aan de zijkant naar het midden toe.
Deel de omtrek van je bovenarm door 2. Bijvoorbeeld: 30 cm :2 = 15 cm. Meet vanaf de schoudernaad 15 cm langs de zijnaad . Laat deze 15 cm open. Dit wordt je armsgat. Sluit je zijnaad vanaf 15 cm van de schoudernaad tot onderaan de zijnaad . Doe dit door het haken van vasten. Herhaal aan de andere zijnaad hetzelfde.
STAP 9: Haak de mouwen
De naden van de cardigan zijn nu dicht. Draai je cardigan nu binnenstebuiten (De gehaakte naden zitten aan de binnenzijde) Haak nu langs het armsgat. Je haakt de mouw dus van oksel naar pols. Haak tot de mouw de gewenste lengte heeft. Herhaal dit voor de andere mouw. Handig is dat je tijdens het haken de lengte van de mouwen kan passen. Toch is het belangrijk dat je het stekenaantal en het gewenste aantal rijen noteert. Zo gebruik je evenveel steken en rijen voor elke mouw.
STAP 10: Haak de rand
Haak randen aan de onderkant van de mouwen. Wissel hierbij van steek, dan zitten de mouwen strakker. Gebruik bijvoorbeeld vasten.
Haak ook een bies rond de hals voorpanden en het rugpand. Haak niet 1 mmar2 toeren dat geeft meer stevigheid.
STAP 11: Werk de draadjes weg
Tot slot hecht je met een stopnaald alle losse eindjes weg.
Doe dit aan de slechte/binnenzijde van je cardigan
Dit is slechts een eenvoudig stappenplan je kan variaties aanbrengen in het ontwerp, zoals verschillende steken, patronen en details.
Als je net start met haken is het volgen van een uitgeschreven patroon makkelijker maar naarmate je meer ervaring krijgt, kan je eenvoudig stappenplan volgen om je eigen kledingstuk te ontwerpen.