Waarom je eindjes beter nooit in 1 keer wegwerkt....


 

Eén van de grote nadelen van  grannystripes  haken én daarbij 6 verschillende kleuren te gebruiken is het wegwerken van de eindjes.  

Voor je er erg in hebt, heb je uren instopwerk voor de boeg. Je kan jezelf afvragen waarom je niet graag draadjes wegwerkt. Omdat het er snel erg veel  eindjes  worden of o mdat je geen   vaardigheid  hebt  om eindjes onzichtbaar weg te werken?   

Erg veel draadjes  

  Vastleggen  om  na  een bepaald aantal rijen eindjes in te stoppen is ee n doeltreffende manier om aan het einde van een werkstuk niet voor een onoverzichtelijke klus te staan.   

Bij het haken van het  grannysquare   cardigan  stopte ik elke 10 rijen de draadjes in.   

Op deze manier neemt het instoppen van draadjes telkens evenveel tijd .   Zo  weet je   dus op voorhand hoeveel  tijd dit vraagt en kan je makkelijk een momentje plannen.   

Omdat je  het  haken  van je project  en  het  instoppen van eindjes afwisselt, breng je variatie in je project. Zo wordt het  project  minder  eentonig en hou je de vaart in 1 proj ect . Door de afwisseling van verschillende handelingen, blijft het  project  boeiend voor jezelf waardoor je minder makkelijk een naar een ander pr oject grijpt.   

Hoe werk je eindjes weg?  

Het stoppen van de  eind jes van een gehaakte trui is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat je werk er netjes uitziet en duurzaam is.  Je eindjes gelijkmatig wegwerken start bij het afknippen van de draad.  

  1. Knip de draad af: Laat aan het einde van het haakwerk een draad van ongeveer  8 - 10  cm over. Knip de draad vervolgens af met een schaar.   Zorg ervoor dat alle eindjes ongeveer even lang zijn!     

2. Stop de draad in de naald: Rijg de afgeknipte draad in een naald met een groot oog. Zorg ervoor dat de naald geschikt is voor de dikte van de draad.  Hoe dikker de draad, hoe groter het oog. Hoe dikker de draad, hoe stomper de punt van de naald .  

3. Verberg de draad aan de achterkant van het werk: Steek de naald in de steken van het haakwerk aan de achterkant van het werk. Zorg ervoor dat je de draad niet aan de voorkant van het werk zichtbaar maakt.  

4. Weef de draad in:Steek de naald onder de lussen van de steken door, zowel horizontaal als verticaal, over een afstand van ongeveer  3   cm.  

5. Ga terug: Weef de draad in de andere richting op dezelfde hoogte terug. Steek opnieuw onder en boven de lussen door  op een  afstand van ongeveer 2 cm. Het is belangrijk dat het teruggaande eindje minder lang wordt ingeweven .  

6 . Trek de draad voorzichtig aan: Trek de naald voorzichtig door de steken om ervoor te zorgen dat de draad stevig is vastgezet, maar niet te strak.  

7 . Knip het overtollige draad af: Knip het resterende deel van de draad af, zodat er slechts een kleine staart overblijft die in het werk is verborgen.  

8 H erhaal voor andere draadjes: Herhaal deze stappen voor alle andere afgeknipte draden in je haakwerk.  


  Door deze stappen te volgen, kun je ervoor zorgen dat de  ein djes van je gehaakte  project  netjes en veilig worden weggewerkt, wat bijdraagt aan een professionele afwerking van je project.  


Extra tips:  

  1. Als de eindjes dicht op elkaar vallen, kan het handig zijn om de draadjes om en om weg te werken. Zo stopte ik eerst  alle draadjes van een verschillende kleur in, daarna de draadjes met eenzelfde kleur.  


  1. Als het project een los uiteinde heeft dat niet in de steken kan worden ingeweven, kun je een klein knoopje maken aan de achterkant van het werk. Zorg ervoor dat de knoop plat en stevig is, zodat deze niet door het breiwerk heen steekt.  
  2.  Als je bijvoorbeeld een sjaal of deken haakt, kun je de draadeinden verbergen in een naad. Leg de twee uiteinden naast elkaar en naai ze samen met een naald en draad die bij het breiwerk passen. Zorg ervoor dat de naad plat en onopvallend is.  
  3.  Als je bijvoorbeeld een rand haakt aan je werk, kun je de draadjes van het hoofdwerk in de rand weven terwijl je deze rand haakt. Dit zorgt voor een nette afwerking zonder extra draadjes af te moeten hechten.  

D oor dit klusje niet uit te stellen maar net te omarmen , door het instoppen van eindjes in fases te doen in plaats van in 1 keer en  door consequent 1 methode toe te passen,  wordt het instoppen van eindjes een vaardigheid net zoals haken dat is.