Looking for some tension....

Looking for some tension....

Looking for some tension.... 

 

Als je er niet van houdt dat je haakwerk krult of de onderzijde van je werk een boog vormt, dan is het van belang om de draadspanning onder controle te houden. 

Haak je strak dan krult je werk of krijgt je werk de vorm van een regenboog. 

Haak je los dan zijn je steken te los waardoor je een slappe en uitgerekte lap krijgt.   

De volgende tips helpen je om de draadspanning onder controle te houden:  

  

1. Relax: Probeer ontspannen te blijven tijdens het haken. Een te strakke greep op de haaknaald en het garen kan leiden tot te strakke steken. Knijp niet op je naald. 

  

2. Probeer verschillende haaknaalden: Soms kan het veranderen van de haaknaaldgrootte helpen bij het aanpassen van de draadspanning. Met een grotere naald haak je losser en met een kleinere naald haak je vaster. Ook het model van de naald kan invloed hebben op de draadspanning. Niet iedereen haakt even makkelijk met een naald met een grip. En haak je vaster dan gemiddeld, dan is een naald zonder grip makkelijker om je draad spanning onder controle houden. 


  

3. Oefen regelmatig: Als je net begint met haken, kan het even duren voordat je de juiste draadspanning vindt. Blijf oefenen en experimenteer met verschillende naalden en draden tot dat je comfortabel bent met wat voor jou het beste werkt. Het haken van proeflapjes of pannenlappen is hiervoor een ideale bezigheid. 

 

4. De spanning van garen: Sommige garens hebben de neiging om strakker of losser te zijn dan andere. Probeer verschillende soorten garen uit en pas je spanning aan op basis van het specifieke garen dat je gebruikt. Dierlijke draden (wol, yak, merino) hebben een kleine spanning waardoor je losser haakt. Katoen en linnen zijn stugger wat makkelijk voor een strak resultaat zorgt. Bamboe en draden waar acryl of polyester is aan toegevoegd haken ook erg los. 

 

5. Meet regelmatig: Controleer regelmatig de spanning van je steken terwijl je haakt. Als je merkt dat je steken te strak of te los zijn, pas dan je techniek aan. Meet hoeveel steken jij haakt per 10 cm. Dit is erg belangrijk! Bij strakke haaksters zullen er meer steken zijn per 10 cm dan bij losse haaksters. Dit heeft dus invloed op de afmetingen van wat je haakt! 

  

Volg deze tips en oefen regelmatigzo kun je meer controle krijgen over de draadspanning tijdens het haken en uiteindelijk mooie en gelijkmatige steken produceren. 

 

Uiteindelijk experimenteerde ik met haaknaald 7 mm, 6 mm en 4 mm. 

Haaknaald 5 mm gaf het beste resultaat om het vest mee te haken. 

 

Over de schrijver
Ondernemer, mama, haakster, breister, yarnlover, booklover, catlover en hopeloos verliefd op de Noordzee. Op zoek naar de duurzame krenten in de pap van het leven. Guilty pleasures: sokkenwol, muziek van Dolly Parton en Finse misdaadseries
Reactie plaatsen